dinsdag 14 maart 2017

Opdracht 4, onderwerp 1: Neurose



Een neurose is een structureel ineffectieve manier van omgaan met problemen. Het was een term voor een klasse van functionele psychische stoornissen waarbij er angst was maar geen wanen of hallucinaties. Een neurose mag niet worden verward met een psychose, dit is een verlies van contact met de werkelijkheid. Ook mag het niet worden verward met neuroticisme, dit is een fundamenteel persoonlijkheidskenmerk volgens psychologische theorieën.

Symptomen en oorzaken
Er zijn veel verschillende neurosen zoals: obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis, obsessief-compulsieve stoornis, hysterie, angststoornis en een grote verscheidenheid van fobieën.
Volgens C. George Boeree, professor emeritus bij Shippenburg University, kunnen de symptomen van neurose zijn: verdriet of depressie, angst, prikkelbaarheid, woede, laag gevoel van eigenwaarde enz., mentale verwarring, gedragssymptomen zoals fobische vermijding, impulsieve en dwangmatige handelingen, waakzaamheid, lethargie enz., cognitieve problemen zoals storende of onaangename gedachten, herhaling van gedachten en obsessie, negativiteit en cynisme, fantaseren, enz. neurose impliceert afhankelijkheid, perfectionisme, agressiviteit, schizoïde isolatie, socio-cultureel ongepast gedrag, etc.

Neurose kan worden gedefinieerd als een ‘’slecht vermogen aan te passen aan iemands omgeving, een onvermogen om te iemands levenspatronen te veranderen, en het onvermogen om een rijker, meer bevredigende persoonlijkheid te ontwikkelen.

Jung’s theorie
Jungs theorie van neurose is gebaseerd op het uitgangspunt van een zelfregulerende psyche samengesteld uit de spanningen tussen tegengestelde houding van het ego en het onbewuste. Een neurose is een belangrijke onopgeloste spanning tussen deze houding. Elke neurose is uniek en verschillende dingen werken in verschillende situaties, dus geen therapeutische methode kan zomaar worden toegepast. Er zijn echter een aantal gevallen die Jung toelicht. Hoewel iemand is aangepast aan het dagelijks leven, mist het individu een bevredigend gevoel van betekenis en doel, en heeft geen religieuze overtuiging waar hij op terug kan vallen. Er lijkt geen overduidelijke manier te zijn om zaken recht te zetten. In deze gevallen, wendde Jung zich tot lopende symbolische communicatie van het onbewuste in de vorm van visioenen en dromen. Carl Jung vond dat zijn aanpak bijzonder effectief was voor patiënten die goed zijn aangepast aan de sociale normen maar bezorgd zijn over existentiële vragen.

‘’Ik heb vaak mensen neurotisch zien worden wanneer ze zich tevreden stellen met foute of ontoereikende antwoorden op de vragen van het leven’’ – Jung

‘’De meerderheid van mijn patiënten bestond niet uit gelovigen maar uit degene die hun geloof hadden verloren’’ – Jung

‘’Hedendaagse mensen zijn blind voor het feit dat, met al zijn rationaliteit en efficiëntie, de mens is bezeten door ‘’krachten’’ die niet in zijn controle zijn. Zijn demonen en goden zijn niet helemaal verdwenen; ze hebben slechts nieuwe namen. Ze houden hem op de vlucht met een onverzadigbare behoefte aan alcohol, pillen, tabak, rusteloosheid, voedsel, vage angsten, psychologische complicaties – en vooral, een groot scala aan neurosen’’ – Jung

Jung had ondervonden dat de onbewuste expressie voornamelijk via iemand zijn inferieure psychologische functie vindt, of het nu over gevoel, denken of intuïtie gaat.


Psychoanalytische theorie
Volgens de psychoanalytische theorie, kunnen neurosen geworteld zijn in afweermechanismen. Afweermechanismen zijn een normale manier van ontwikkelen en onderhouden van een consistent gevoel van eigenwaarde (oftewel een ego). Maar alleen de gedachten en gedragingen die moeilijkheden brengen in iemands leven worden neurosen genoemd.

Een neurotisch persoon ervaart emotioneel leed en onbewuste conflicten, die zich in verschillende fysieke of psychische aandoeningen manifesteren. Het belangrijkste symptoom is angst.

Neurotische neigingen komen veel voor en kunnen zich manifesteren als acute of chronische angst, depressie, een fobie, een obsessief-compulsieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis.

Horney’s theorie
In haar laatste boek genaamd: Neurosis and Human Growth, legde Karen Horney een complete theorie van de oorsprong en dynamiek van neurose uit. In haar theorie is neurose een vervormde manier van kijken naar de wereld en zichzelf, die wordt bepaald door dwangmatige behoeften in plaats van een oprechte interesse in de wereld zoals hij is. Karen Horney stelde voor dat neurose wordt doorgegeven aan een kind door zijn vroege omgeving en dat er veel verschillende manieren zijn waarop dit kan gebeuren:

Wanneer samengevat, komen ze allemaal neer op het feit dat de mensen in de omgeving te druk zijn met hun eigen neurosen om het kind lief te hebben, of om hem te zien als het individu dat hij is; hun houdingen naar het kind worden bepaald door hun eigen neurotische behoeften en reacties.

De eerste werkelijkheid van het kind is dan vervormd door zijn of haar ouders hun behoeften. Kinderen die opgroeien met neurotische verzorgers worden snel onzeker en ontwikkelen een angst. Om om te gaan met deze angst, creëert de kind zijn of haar fantasie een geïdealiseerd zelfbeeld:

Elk persoon bouwt zijn persoonlijke geïdealiseerd beeld van de materialen van zijn eigen bijzondere ervaringen, zijn eerdere fantasieën, en zijn specifieke behoeften. Als het niet voor het persoonlijke karakter van het beeld was, zou hij geen gevoel van identiteit en eenheid krijgen. Hij idealiseert, om te beginnen met, zijn bijzondere ‘’oplossing’’ voor zijn conflict: naleving wordt liefde, goedheid, heiligheid; agressiviteit wordt kracht, leiderschap, heldendom, almacht; afstandelijkheid wordt wijsheid, zelfvoorziening, onafhankelijkheid. Wat, volgens zijn oplossing, zich voordoen als tekortkomingen of gebreken.

Zodra hij zich met zijn geïdealiseerd beeld identificeert, volgen er een aantal effecten. Hij maakt vorderingen over anderen en het leven omdat hij voelt dat hij dit moet door zijn geïdealiseerde zelfbeeld. Hij zal zichzelf een strikte set normen opleggen om dat beeld te halen. Uiteindelijk zal hij zichzelf verachten voor al zijn beperkingen. Vicieuze cirkels zullen deze effecten versterken.

Uiteindelijk, als hij volwassen wordt, zal er een bepaalde ‘’oplossing’’ voor al zijn innerlijke kwetsbaarheden en conflicten stollen. Hij zal symptomen van narcisme, wraakzucht of perfectionisme laten zien. Of hij zal zichzelf wegcijferen; hij laat symptomen van armoede zien. Of hij zal schizoïde nijgingen laten zien.

Volgens Horney, vallen milde angststoornissen en persoonlijkheidsstoornissen allemaal onder haar regeling van neurose als variaties in de mate van ernst.

Het tegenovergestelde van neurose is volgens Horney zelfrealisatie. Je bent dan in een staat waarin je met de volledige diepte van je spontane gevoelens reageert op de wereld, in plaats van met angst gedreven dwang. Hierdoor groeit de persoon tot het verwezenlijken van zijn of haar aangeboren mogelijkheden. Horney vergelijkt dit proces met een eikel die groeit en een boom wordt.

Woordherkomst en geschiedenis
De term neurose werd bedacht door de Schotse arts William Cullen in 1769. Cullen gebruikte de term voor het beschrijven van verschillende zenuwziekten en symptomen die fysiologisch niet verklaard konden worden. Fysieke kenmerken waren echter bijna altijd aanwezig en diagnostische testen, zoals testen van het knie reflex, werden gebruikt in de 20e eeuw. De betekenis van de term werd opnieuw gedefinieerd door Carl Jung en Sigmund Freud in de vroege en het midden van de 20e eeuw. Nu wordt het nog steeds gebruikt in de filosofie en psychologie.


Het Diagnostic en Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) elimineerde de categorie ‘’neurose’’ in 1980 vanwege een besluit van de redacteuren. Volgens ‘’the American Heritage Medical Dictionary, wordt neurose niet meer gebruikt in psychiatrische diagnoses.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten