Een neurose is een structureel ineffectieve manier van
omgaan met problemen. Het was een term voor een klasse van functionele
psychische stoornissen waarbij er angst was maar geen wanen of hallucinaties.
Een neurose mag niet worden verward met een psychose, dit is een verlies van
contact met de werkelijkheid. Ook mag het niet worden verward met neuroticisme,
dit is een fundamenteel persoonlijkheidskenmerk volgens psychologische
theorieën.
Symptomen en
oorzaken
Er zijn veel verschillende neurosen zoals: obsessief-compulsieve
persoonlijkheidsstoornis, obsessief-compulsieve stoornis, hysterie,
angststoornis en een grote verscheidenheid van fobieën.
Volgens C. George Boeree, professor emeritus bij
Shippenburg University, kunnen de symptomen van neurose zijn: verdriet of
depressie, angst, prikkelbaarheid, woede, laag gevoel van eigenwaarde enz.,
mentale verwarring, gedragssymptomen zoals fobische vermijding, impulsieve en
dwangmatige handelingen, waakzaamheid, lethargie enz., cognitieve problemen
zoals storende of onaangename gedachten, herhaling van gedachten en obsessie,
negativiteit en cynisme, fantaseren, enz. neurose impliceert afhankelijkheid,
perfectionisme, agressiviteit, schizoïde isolatie, socio-cultureel ongepast
gedrag, etc.
Neurose kan worden gedefinieerd als een ‘’slecht vermogen
aan te passen aan iemands omgeving, een onvermogen om te iemands levenspatronen
te veranderen, en het onvermogen om een rijker, meer bevredigende
persoonlijkheid te ontwikkelen.
Jung’s theorie
Jungs theorie van neurose is gebaseerd op het
uitgangspunt van een zelfregulerende psyche samengesteld uit de spanningen
tussen tegengestelde houding van het ego en het onbewuste. Een neurose is een
belangrijke onopgeloste spanning tussen deze houding. Elke neurose is uniek en
verschillende dingen werken in verschillende situaties, dus geen therapeutische
methode kan zomaar worden toegepast. Er zijn echter een aantal gevallen die
Jung toelicht. Hoewel iemand is aangepast aan het dagelijks leven, mist het
individu een bevredigend gevoel van betekenis en doel, en heeft geen religieuze
overtuiging waar hij op terug kan vallen. Er lijkt geen overduidelijke manier
te zijn om zaken recht te zetten. In deze gevallen, wendde Jung zich tot
lopende symbolische communicatie van het onbewuste in de vorm van visioenen en
dromen. Carl Jung vond dat zijn aanpak bijzonder effectief was voor patiënten
die goed zijn aangepast aan de sociale normen maar bezorgd zijn over
existentiële vragen.
‘’Ik heb vaak mensen neurotisch zien worden wanneer ze
zich tevreden stellen met foute of ontoereikende antwoorden op de vragen van
het leven’’ – Jung
‘’De meerderheid van mijn patiënten bestond niet uit
gelovigen maar uit degene die hun geloof hadden verloren’’ – Jung
‘’Hedendaagse mensen zijn blind voor het feit dat, met al
zijn rationaliteit en efficiëntie, de mens is bezeten door ‘’krachten’’ die
niet in zijn controle zijn. Zijn demonen en goden zijn niet helemaal verdwenen;
ze hebben slechts nieuwe namen. Ze houden hem op de vlucht met een
onverzadigbare behoefte aan alcohol, pillen, tabak, rusteloosheid, voedsel,
vage angsten, psychologische complicaties – en vooral, een groot scala aan
neurosen’’ – Jung
Jung had ondervonden dat de onbewuste expressie
voornamelijk via iemand zijn inferieure psychologische functie vindt, of het nu
over gevoel, denken of intuïtie gaat.
Psychoanalytische
theorie
Volgens de psychoanalytische theorie, kunnen neurosen
geworteld zijn in afweermechanismen. Afweermechanismen zijn een normale manier
van ontwikkelen en onderhouden van een consistent gevoel van eigenwaarde
(oftewel een ego). Maar alleen de gedachten en gedragingen die moeilijkheden
brengen in iemands leven worden neurosen genoemd.
Een neurotisch persoon ervaart emotioneel leed en
onbewuste conflicten, die zich in verschillende fysieke of psychische
aandoeningen manifesteren. Het belangrijkste symptoom is angst.
Neurotische neigingen komen veel voor en kunnen zich
manifesteren als acute of chronische angst, depressie, een fobie, een
obsessief-compulsieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis.
Horney’s theorie
In haar laatste boek genaamd: Neurosis and Human Growth,
legde Karen Horney een complete theorie van de oorsprong en dynamiek van
neurose uit. In haar theorie is neurose een vervormde manier van kijken naar de
wereld en zichzelf, die wordt bepaald door dwangmatige behoeften in plaats van
een oprechte interesse in de wereld zoals hij is. Karen Horney stelde voor dat
neurose wordt doorgegeven aan een kind door zijn vroege omgeving en dat er veel
verschillende manieren zijn waarop dit kan gebeuren:
Wanneer samengevat, komen ze allemaal neer op het feit dat
de mensen in de omgeving te druk zijn met hun eigen neurosen om het kind lief
te hebben, of om hem te zien als het individu dat hij is; hun houdingen naar
het kind worden bepaald door hun eigen neurotische behoeften en reacties.
De eerste werkelijkheid van het kind is dan vervormd door
zijn of haar ouders hun behoeften. Kinderen die opgroeien met neurotische
verzorgers worden snel onzeker en ontwikkelen een angst. Om om te gaan met deze
angst, creëert de kind zijn of haar fantasie een geïdealiseerd zelfbeeld:
Elk persoon bouwt zijn persoonlijke geïdealiseerd beeld
van de materialen van zijn eigen bijzondere ervaringen, zijn eerdere
fantasieën, en zijn specifieke behoeften. Als het niet voor het persoonlijke
karakter van het beeld was, zou hij geen gevoel van identiteit en eenheid
krijgen. Hij idealiseert, om te beginnen met, zijn bijzondere ‘’oplossing’’
voor zijn conflict: naleving wordt liefde, goedheid, heiligheid; agressiviteit
wordt kracht, leiderschap, heldendom, almacht; afstandelijkheid wordt wijsheid,
zelfvoorziening, onafhankelijkheid. Wat, volgens zijn oplossing, zich voordoen
als tekortkomingen of gebreken.
Zodra hij zich met zijn geïdealiseerd beeld
identificeert, volgen er een aantal effecten. Hij maakt vorderingen over anderen
en het leven omdat hij voelt dat hij dit moet door zijn geïdealiseerde
zelfbeeld. Hij zal zichzelf een strikte set normen opleggen om dat beeld te
halen. Uiteindelijk zal hij zichzelf verachten voor al zijn beperkingen.
Vicieuze cirkels zullen deze effecten versterken.
Uiteindelijk, als hij volwassen wordt, zal er een
bepaalde ‘’oplossing’’ voor al zijn innerlijke kwetsbaarheden en conflicten
stollen. Hij zal symptomen van narcisme, wraakzucht of perfectionisme laten
zien. Of hij zal zichzelf wegcijferen; hij laat symptomen van armoede zien. Of hij
zal schizoïde nijgingen laten zien.
Volgens Horney, vallen milde angststoornissen en
persoonlijkheidsstoornissen allemaal onder haar regeling van neurose als
variaties in de mate van ernst.
Het tegenovergestelde van neurose is volgens Horney
zelfrealisatie. Je bent dan in een staat waarin je met de volledige diepte van
je spontane gevoelens reageert op de wereld, in plaats van met angst gedreven
dwang. Hierdoor groeit de persoon tot het verwezenlijken van zijn of haar
aangeboren mogelijkheden. Horney vergelijkt dit proces met een eikel die groeit
en een boom wordt.
Woordherkomst en
geschiedenis
De term neurose werd bedacht door de Schotse arts William
Cullen in 1769. Cullen gebruikte de term voor het beschrijven van verschillende
zenuwziekten en symptomen die fysiologisch niet verklaard konden worden. Fysieke
kenmerken waren echter bijna altijd aanwezig en diagnostische testen, zoals
testen van het knie reflex, werden gebruikt in de 20e eeuw. De betekenis
van de term werd opnieuw gedefinieerd door Carl Jung en Sigmund Freud in de
vroege en het midden van de 20e eeuw. Nu wordt het nog steeds
gebruikt in de filosofie en psychologie.
Het Diagnostic en Statistical Manual of Mental Disorders
(DSM) elimineerde de categorie ‘’neurose’’ in 1980 vanwege een besluit van de
redacteuren. Volgens ‘’the American Heritage Medical Dictionary, wordt neurose
niet meer gebruikt in psychiatrische diagnoses.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten